TEKST: PHILIP FOKKER
Als grote winnaar van de laatste gemeenteraadsverkiezingen en kersverse wethouder ESB (Economie, Sport en Buitenruimte) gaat Richard de Mos zich de komende jaren onder meer hard maken voor de Haagse ondernemer. Hoogste tijd dus voor een gesprek met de 1e loco burgemeester van Den Haag.
Nadruk op ondernemerschap
Bij binnenkomst op de afdeling van het Stadhuis waar Richard de Mos en zijn beleidsmedewerkers hun kantoor houden is direct te merken dat er een bijzondere dynamiek door de gangen raast. Medewerkers lopen af- en aan, de agenda van De Mos is vol en de tijd die wij voor het interview hebben strikt ingedeeld. Op onze vraag wat hij het belangrijkste speerpunt vindt van zijn komende beleidsperiode, schiet De Mos dan ook meteen enthousiast uit de startblokken: “Wat een mooi evenement was de Volvo Ocean Race, ik heb echt genoten de afgelopen dagen. De start van een nieuwe editie van deze zeilrace zou dan ook perfect passen bij onze stad, ik ga me er hard voor maken!” De Mos vertelt verder dat hij graag zou zien dat er zaken veranderen in de manier waarop jongeren worden opgeleid, met meer nadruk op samenwerking met ondernemers uit de regio. Zij weten natuurlijk als geen ander wat onze economie de komende jaren voor arbeidskrachten nodig heeft. De regionale economie zou volgens De Mos gebaat zijn bij meer aandacht voor lokale horeca bedrijven. Zij zijn namelijk een belangrijke motor voor nieuwe banen, ook als het gaat om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Laagdrempelig contact met de
gemeente
“MKB’ers die opzoek zijn naar andere huisvesting zien dat bedrijfsruimte waaruit zij in de regio kunnen kiezen beperkt is. Ik vind dat de lokale overheid écht de verantwoordelijkheid heeft om bedrijfsruimte binnen de regionale grenzen meer te faciliteren. Anders zullen deze ondernemers hun heil buiten Den Haag zoeken, een verlies voor de lokale economie. Naar mijn mening moet de menselijke maat terugkomen in de politiek, dat zie je ook duidelijk terug in onze Groei agenda die na de zomer gepresenteerd gaat worden.” De Mos somt een aantal punten op: “Zoals gezegd, het faciliteren van betaalbaar vastgoed voor ondernemers maar minstens zo belangrijk is dat ondernemers het gevoel hebben dat ze als partner van de gemeente serieus worden genomen.” Hiervoor zullen ‘ambtenaren die de weg weten op het stadhuis’ worden aangewezen als contact en wegwijzer voor ondernemers. De Mos: “De rode loper mag echt worden uitgerold naar ondernemers; neem ze mee op bestuurlijke internationale reizen en laat ze op het stadhuis spreekwoordelijk ‘binnen zonder kloppen’.”
6 miljoen voor de lokale economie
Een aantal adviezen dat de Groep de Mos / Hart voor Den Haag inbracht tijdens de vorming van het coalitieakkoord van de gemeente is afkomstig van onder meer MKB Den Haag en VNO-NCW. De Mos: “Het feit dat veel van die aanbevelingen het coalitieakkoord hebben gehaald is dan ook zeker een opsteker voor deze partijen. Zo hebben wij structureel 6 miljoen euro per jaar weten vrij te maken voor investeringen in de lokale economie. Als je je bedenkt dat 99 procent van de Haagse ondernemers MKB’ers zijn en dat zij samen verantwoordelijk zijn voor 52 procent van de banen in de regio, dan is het mijns inziens meer dan terecht dat zij de stimulans krijgen die zij verdienen. Want vergeet niet: de overheid is uiteindelijk niet degene die banen regelt, dat zijn toch écht de lokale ondernemers.” Een andere opsteker voor Haagse ondernemers is dat er een speciale ombudsman (of vrouw, uiteraard) voor hen zal komen die via een portaal – dat vergelijkbaar is met dat voor jeugdzaken – de zaken van ondernemers gaat behartigen. Horeca ondernemers (Den Haag telt nu 1833 horeca bedrijven, een stijging van 11,5 procent in tien jaar) zullen hopelijk ook bij deze ombudsman aankloppen. De Mos: “Als je jongeren naar de stad wilt trekken, dan moet je horeca kunnen faciliteren, zonder de bewoners uit het oog te verliezen. Ook zal je moeten kijken naar locaties voor grotere feesten. Horeca ondernemers, er wordt extra aan jullie gedacht de komende tijd!”
Den Haag en de landelijke economie
Over de rol die Den Haag moet gaan spelen in de landelijke economie is De Mos uitgesproken: “Het is belangrijk om als stad te kijken naar manieren om meer toeristen te trekken, het aanmeren van de Volvo Ocean Race is daar een goed voorbeeld van: je investeert als gemeente maar ziet ook direct geld terugvloeien in de lokale economie. En dan heb ik het niet eens over de mensen die na een evenement besluiten terug te keren voor een bezoek aan de regio.” Binnenkort sluit het Binnenhof voor een restauratie van vijf jaar, extra reden om in te zetten op nieuwe mogelijkheden om de stad aantrekkelijk te houden voor (internationale) bezoekers. De Mos: “De ShoppingNight Den Haag van 29 juni was wederom een groot succes maar je zou ook de wisseling van de wacht bij Paleis Noordeinde kunnen instellen, daar wordt nu onderzoek naar gedaan. Als gemeente zou je een handje moeten helpen om ondernemers van de koninklijke status van Den Haag te laten profiteren.” Investeringen uit het verleden in de kenniseconomie en op het gebied van recht en veiligheid zijn belangrijk gebleken voor de stad. Maar, zo benadrukt De Mos, nu is het van belang om echt de hele stad te gaan promoten: “Dus niet alleen ‘eilandjes’ zoals de Volvo Ocean Race of de verjaardag van Mondriaan, maar de stad als geheel. Ik denk zelfs dat je met omliggende gemeenten moet durven kijken naar de mogelijkheid om de gehele provincie Zuid-Holland te vermarkten.”
Het reuzenrad op de Pier, het Noordeinde en de Grote Markt als belangrijke straten waar geshopt kan worden, sportevenementen zoals de start van een grote wielerronde en concerten op het Malieveld. Den Haag kan een nog veel grotere rol gaan spelen in de Nederlandse economie en als het aan Richard de Mos ligt gaat dat de komende jaren dan ook zeker gebeuren.