“Mijn cliënt de heer Van der Zwan heeft weliswaar liquiditeitsproblemen, maar uw cliënte stelt ten onrechte dat hij een notoire wanbetaler is. Ook de problemen tussen mijn cliënt en de overige bewoners van de flat worden schromelijk door uw cliënte overdreven. In de door u aanhangig gemaakte gerechtelijke procedure zal ik derhalve uitvoerig verweer voeren.” Aan het woord was mevrouw Mr Kregelig, advocaat van Hubertus Bartolomeus Van der Zwan. Van der Zwan huurde van mijn cliënte woningcorporatie Domus een appartement in het centrum van Den Haag. De man was een zogenaamde “sleper.” Hij had altijd een huurachterstand van twee maanden. Hoger liet hij zijn schuld meestal niet oplopen, in de wetenschap dat de huurovereenkomst bij drie maanden betalingsachterstand ontbonden kon worden. “Van der Zwan omringt zich verder met duistere figuren”, had Mathilde Hollander van Domus mij verteld. “Zwervers, junks en hoeren lopen de flat in en uit. Met alle overlast van dien. De buren worden er stapelgek van.” Regelmatige reprimandes van de wijkagent en indringende gesprekken met medewerkers van Domus hadden weinig uitgehaald. Van der Zwan had maling aan de hele wereld en weigerde zijn gedrag aan te passen. Toen hij op een avond in februari
dronken zijn koelkast van het balkon naar beneden had gegooid en daarbij een geparkeerde auto had beschadigd, was de maat vol geweest voor mijn cliënte. Domus gaf mij opdracht om Van der Zwan in een gerechtelijke procedure tot ontruiming te dwingen. Advocaat Mr Kregelig maakte haar belofte waar een schreef een uitvoerige
conclusie van antwoord. In januari bepaalde kantonrechter Mr Vivant een mondelinge behandeling. Van der Zwan maakte zijn opwachting, een ongeschoren man van begin zestig. “Het is een schande dat ik mij hier moet verantwoorden,” blafte hij de rechter toe. “Ik gedraag mij keurig, heb ik mijn hele leven gedaan.” Zijn advocaat, het blonde haar opgestoken en de lippen fel rood gestift, viel hem bij. “Mijn cliënt kan diverse getuigen voorbrengen die onder ede kunnen bevestigen dat hij geen overlast veroorzaakt. Bijvoorbeeld de dominee van de kerk die hij elke zondag bezoekt.” Kantonrechter Mr Vivant haakte hierop in. “Ik meen dat eiseres Domus bewijs heeft geleverd van de door gedaagde Van der Zwan gepleegde overlast, maar ik laat tegenbewijs toe. Partij van der Zwan mag getuigen laten horen.” Na de zitting liep de heer van der Zwan op Mathilde Hollander van Domus af. Hij ging vlak voor haar staan en siste haar toe;” Als ik mijn huis uit moet, gebeuren er rare dingen. Kijk maar uit. Hele rare dingen.” Ik probeerde mijn cliënte even later gerust te stellen. “Trek het je niet aan. Het is een oude man, een bluffer. Niet serieus nemen.”
Twee weken later zat er een bont gezelschap te wachten voor de zittingzaal. Een man met lang haar en een vuile jas aan, vertelde onder ede dat zijn kameraad Huub van der Zwan een voorbeeldig huurder was. En een mevrouw die angstvallig een plastic Albert Heijn tasje vasthield, legde eenzelfde verklaring af. Toen was dominee Kromkamp aan de beurt om zijn zegje te doen. De man stonk naar jenever. “Hubertus van der Zwan is een kind van God en gedraagt zich als zodanig. Bovendien waak ik over hem. Dat zweer ik u. In naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.”
Kantonrechter Mr Vivant stelde één vraag. “Bij welk kerkgenootschap bent u aangesloten meneer Kromkamp?” De man toverde een serene glimlach op zijn gezicht. “Ik ben een onafhankelijke straatdominee. Slechts verantwoording schuldig aan één hogere macht. Die van onze Heer Jezus Christus!” De kantonrechter sprak eind februari een ontruimingsvonnis uit. De uitspraak werd betekend aan Van der Zwan en de ontruiming vond drie weken later plaats. Maar toen de deurwaarder de deur van de woning forceerde en de flat binnenliep, volgde er een explosie. Van der Zwan had zijn dreigementen toch uitgevoerd. De deurwaarder werd in allerijl met forse verwondingen afgevoerd naar het ziekenhuis. Het appartement van de huurder brandde volledig uit. Uren later vond de politie daar de verkoolde resten van een man. Gebitsonderzoek wees uit dat het Hubertus Bartelomeus Van der Zwan betrof.