COLUMN, Raymond de Mooij, GMW advocaten
“Het is een onhoudbare situatie”, vertelde Peter Bok. De directeur van Lugdunum Vastgoed B.V. was al langer een cliënt van mij. “Toen Dick Xanders een kantoor van mij huurde in bedrijvencomplex Blijvoorde in Leiden kwam hij betrouwbaar en evenwichtig over. Eigenlijk een hele aardige man.” Maar de realiteit was anders geweest. Kort na aanvang van de overeenkomst kwamen de klachten van overige huurders van Blijvoorde binnen. Xanders werkte niet in zijn kantoor maar woonde er, samen met een pitbull-achtige hond. ’s-Nachts dwaalde hij door het complex en stal voedsel en drank van de anderen. “Het verhaal doet de ronde dat Dick vroeger voor de geheime dienst van Moldavië gewerkt heeft en een IT specialist is. Hij ontvangt ’s-nachts hackers in Blijvoorde. Er wordt dan tot diep in de nacht drugs en drank gebruikt. De volgende morgen komen mijn andere huurders dan in een zwijnenstal terecht als zij aan het werk gaan. Dat kan natuurlijk niet”. Schriftelijke sommaties van mijn cliënt had Dick Xanders genegeerd. Hij betaalde bovendien zijn huur niet en had een achterstand van € 40.000,- opgelopen. Tijd voor een kort geding.
Nadat ik mij met een briefje bij de huurder had geïntroduceerd en hem op de hoogte had gesteld van de aankomende rechtszaak, belde Xanders mij op. “U beweegt zich in een wereld die u niet kent”, zei hij dreigend. “Ik heb vrienden bij de Mossad en CIA. Het is voor mij een koud kunstje om in te breken in uw computers en uw advocatenkantoortje op te blazen. Weet wat u doet.” Ik stelde mijn cliënt op de hoogte van het gesprek. Peter Bok: “Het zijn teksten die ik vaker van hem heb gehoord en ook met de politie heb gedeeld. De recherche laat niet veel los over de man, maar Xanders komt wel in hun systemen voor.” Een dag voor de zitting belde mijn cliënt. “Het lijkt erop dat onze vriend eieren voor zijn geld heeft gekozen. Xanders is in ieder geval al dagen niet mee op Blijvoorde gesignaleerd.” Wij besloten het kort geding gewoon door te laten gaan.
De volgende dag zaten wij op een bank voor de zittingszaal te wachten. Dick Xanders was niet aanwezig. Mooi, dat wordt een verstekvonnis, dacht ik. De bode riep de zaak af en opende de deur naar de rechtszaal. De schrik sloeg mij even om het hart. Want wie zat daar, naast de kantonrechter? De dikke griffier! De dikke griffier haat mij, en kan dat niet verbergen. Ik denk die haat terug te lezen in de vonnissen waarbij hij betrokken is. Hoewel de rol van een griffier in de rechtspraak niet onderschat moet worden, biedt de wet geen mogelijkheid om hem te wraken. Ik zou het anders wellicht overwogen hebben. Ook nu keek de dikke griffier mij met nauwelijks verholen minachting aan. Maar hij kon geen roet in het eten gooien, want de gedaagde was er niet en er volgde dus geen inhoudelijke behandeling.
Na de zitting at ik een broodje met mijn cliënt. Wij spraken over Dick Xanders en hoe je je in mensen kunt vergissen. Toen ik terugliep naar mijn auto zag ik de dikke griffier op een terras zitten, lekker in het zonnetje. Hij zag er best vriendelijk uit. Had ik eigenlijk wel gelijk met mijn gedachten over de man? Of verbeeldde ik het mij allemaal maar? Toen ik langsliep at hij juist met twee grote happen, floep-floep, een puddingbroodje op. De dikke griffier, ook maar gewoon een men