4.7 C
Den Haag
woensdag, november 20, 2024

Het studentenhuis

Onze edities

Raymond de Mooij, GMW Advocaten

“Wij hebben zelf in Wageningen gestudeerd. Eelco en ik hebben elkaar ontmoet in de collegezaal.” Inez Hoitema snoot haar neus. ”Dus wij weten best dat studenten af en toe een biertje drinken. Maar dit slaat alles.” Het echtpaar Hoitema maakte een verslagen indruk. Een half jaar gelden had het stel een pand gekocht in een plantsoen aan de rand van Leiden. De koopprijs had 1.2 miljoen euro bedragen. Alvorens de koopovereenkomst te sluiten hadden Inez en Eelco Hoitema zich uitvoerig laten informeren door de eigenaar van het pand, de heer Adrianus Olivier. “Wij zijn natuurlijk niet gek en zagen ook wel dat de woning naast een studentenpand lag. Daarom hebben wij de heer Olivier gevraagd of hij hinder ondervond van de jongens die naast hem woonden.” De man was zeer open geweest in de richting van mijn cliënten. Ja, de studenten hielden van een drankje en barbecueden wel eens in de tuin, maar het waren voorkomende heren. Laatst hadden ze hem nog geholpen om zijn boot die gezonken was uit de gracht te hijsen. Nee, van overlast was geen sprake. Daarover hoefde zij zich absoluut geen zorgen te maken. Nadat de heer Olivier een bouwkundig rapport aan het echtpaar Hoitema had overhandigd, waren mijn cliënten gerustgesteld vertrokken. Toen zij naar hun auto liepen passeerden zij het studentenhuis. Een aardige jongen had hen vanuit te tuin toegesproken. “Meneer, mag ik u complimenteren met uw mooie bruine pak en muisgrijze schoenen? Een uitstekende keuze”, had de student gezegd. Op de terugweg naar huis hadden mijn cliënten het er nog samen over gehad. Zo’n vriendelijke, spontane knul.  Nee, het zat wel goed met die buren. Thuis gekomen liep Eelco naar de kelder en pakte een fles zoete witte wijn van een plank. Inez en hij hadden wat te vieren. Van die feestvreugde was een paar maanden later weinig meer over. Eelco Hoitema vertelde: “Er gaat werkelijk geen nacht voorbij of het is bal. Keiharde muziek, geschreeuw en gebrul. Inez en ik doen geen oog dicht. En maar zingen en dansen, die idioten. U moet weten, ze gooien gewoon van twee hoog hun meubilair naar buiten en steken dat dan in de fik.” Vanzelfsprekend hadden mijn cliënten zich bij hun buren beklaagd, maar dat had weinig indruk gemaakt. “Zij blijven heel beleefd, maar trekken zich niets aan van wat wij zeggen”, snotterde Inez. “De politie doet ook niets, die vinden het allemaal wel best. Een agent zei laatst dat er al meer dan vijftig jaar studenten in dat huis wonen en dat het nooit anders is geweest.” Die laatste opmerking had mijn cliënten aan het denken gezet.  Had Adrianus Olivier bij de verkoop zaken voor hen verzwegen? Navraag in de buurt leerde dat de politieagent gelijk had gehad. Het studentenhuis werd sinds jaar en dag bevolkt door de wat ruwere leden van het studentencorps. Een onaangepast gezelschap. Ja, ze hadden het gezonken roeibootje van de heer Olivier laatst uit het water gehesen. Maar dat was nadat ze er eerst met twintig man tegelijk in waren gesprongen ‘om te gaan vissen’. Inez en Eelco Hoitema verzochten mij de koop met de heer Olivier ongedaan te maken. Ik begon een rechtszaak en vorderde onder meer vernietiging van de koopovereenkomst wegens bedrog en dwaling. Tijdens de mondelinge behandeling verscheen Adrianus Olivier samen met zijn raadsman Mr Kees Pimpel. Die vuurde een reeks vragen op mijn cliënten af. Of zij voor de aankoop de verkoolde bankstellen in de tuin van het studentenhuis hadden zien liggen? En of zij zich hadden afgevraagd waarom hun huis een half miljoen euro minder kostte dan vergelijkbare woningen in de omgeving?  Waarom heel Leiden wist dat er in het plantsoen 20 gekken woonden, maar zij niet?

Ik wees de rechter-commissaris op de bewuste misleiding door Adrianus Olivier en op de omstandigheid dat mijn cliënten niet uit Leiden kwamen en nog nooit van het studentenhuis hadden gehoord. Zes weken later wees de rechtbank vonnis. Er werd aangenomen dat Inez en Eelco Hoitema bij het aangaan van de koopovereenkomst gedwaald hadden. Die dwaling leidde echter niet tot vernietiging van de gehele koopovereenkomst, maar tot een deel daarvan. Het betekende dat de heer Olivier 100.000 euro moest terugbetalen aan mijn cliënten. Die konden de uitspraak nauwelijks bevatten. “Dus we krijgen geld omdat we gelijk hebben, maar moeten toch in dat huis blijven wonen?”, vroeg Inez Hoitema. Eelco knikte. “Ja liefje, we zijn er met open ogen ingetuind.”

Laatste nieuws

Een nieuwe toekomst als zelfstandig gerechtsdeurwaarder voor Robbert-Jan Brugman

“Persoonlijke benadering, afspraak is afspraak, een optimale bereikbaarheid en niet in de laatste plaats laagdrempelig. We zijn klaar voor...

Lees ook..