In zijn werkkamer ligt een magazine van de KABK en folders van lokale culturele instellingen. Op een pilaar posters van evenementen, ondermeer met foto’s van balletdansers geschoten in de bouwput van het Cultuurpaleis. Welkom in de dynamische wereld van Robert van Asten, Wethouder Mobiliteit, Cultuur en Strategie.
Business Haaglanden (BSH): De kunstuitleen in Den Haag, maken daar genoeg ondernemers gebruik van naar uw mening?
Robert van Asten (RvA): “Als je naar de Kunstuitleen kijkt, dan zie je dat particulieren en ondernemers deze weer goed weten te vinden. Door wisselende kunst in je werk- en wachtruimtes, creëer je als ondernemer – van tandarts tot multinational – een fijne sfeer voor zowel het personeel als je gasten. En er zijn genoeg Haagse kunstenaars die goed werk afleveren, dus als ik ondernemers spreek, breng ik de Kunstuitleen altijd onder de aandacht.”
BSH: Op welke wijze kunnen ondernemers een nog belangrijkere rol vervullen als het gaat om het stimuleren van kunst en cultuur in de stad?
RvA: “Kunst en cultuur dragen bij aan een prettig vestigingsklimaat. Toekomstige werknemers willen er wonen en mensen komen de stad bezoeken. Dit zorgt voor reuring in de stad, wat goed is voor lokale ondernemers. Ik zou graag met meer ondernemers om tafel gaan om dit klimaat te verbeteren, zodat kunstenaars een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen. Dan heb ik het dus uitdrukkelijk ook over muziek op een feestje. Betaal daar als ondernemer de juiste prijs voor. Dat is de beste manier van sponsoring voor de culturele sector. Maar een kerstkaart met een ontwerp van een lokale kunstenaar is natuurlijk ook een prima manier om een steentje bij te dragen. Het begint mijns inziens bij kleine investeringen, je hoeft niet meteen een doek van 10.000 euro aan te schaffen.”
BSH: Kunt u voorbeelden noemen waarin ondernemers en mensen uit de culturele sector elkaar hebben gevonden?
RvA: “In Het Zuiderstrand Theater was in juni de Legendary Swordsmen, een spectaculaire acrobatische voorstelling, te zien. Een Haagse ondernemer heeft zich garant gesteld voor eventuele tekorten die zouden ontstaan, bijvoorbeeld door tegenvallende kaartverkoop, omdat het een zeer kostbare uitvoering is. Daarnaast werkt de Rabobank samen met het Residentie Orkest in het Symphony 2030 Project. Dit internationale initiatief heeft als doel om via sociale en technologische innovaties wereldwijde problemen aan te pakken. Deze worden getoetst aan de zogenaamde sustainable development goals van Unesco. Duurzame ontwikkeling begint dicht bij huis, zo een initiatief is net zo belangrijk voor Den Haag als voor de rest van de wereld.”
BSH: Kunt u iets meer vertellen over het Haagse Culturele Stadsgesprek?
RvA: “In 2021 moet er een nieuw cultureel beleidsplan zijn voor de komende vier jaar, waar lokale instellingen een subsidie aanvraag voor kunnen indienen. De Stadsgesprekken zijn er om te bepalen wat nu precies goed cultureel beleid is voor de stad. We stippelen dit uit naar aanleiding van vijf culturele gesprekken aan de hand van vijf thema’s: De veranderende stad, Diversiteit in het culturele aanbod – klopt de balans van het aanbod met de wens van de bewoners?, Bedrijfsvoering – hoe staan de instellingen ervoor? Betaal je de medewerkers en kunstenaars voldoende? – en Cultuureducatie. Het laatste gesprek ging over samenwerkingen in de stad. We hebben nog een afsluitend gesprek gehad met de stad. De gesprekken zijn mij goed bevallen en hebben waardevolle inzichten opgeleverd. Hierna wordt het kader opgesteld en een commissie aangewezen die de aanvragen gaat beoordelen.”
BSH: Hoe ziet u de toekomst van cultuureducatie in de stad en kunnen ondernemers daar ook een impuls aan geven?
RvA: “In 2012 werd het programma Cultuureducatie op z’n Haags ingevoerd. Daar bereiken we nu 97 procent van de basisschoolleerlingen mee. En ook de Ooievaarspas draagt haar steentje bij, als het gaat om het enthousiasmeren van kinderen uit arme gezinnen Ik wil ook dat er een Haags talentenfonds komt, voor de jongeren die erbovenuit steken. Die begeleid kunnen worden, ook al hebben hun ouders geen geld. Hierin kunnen ondernemers écht iets betekenen. Zij investeren op die wijze in talent, met bijvoorbeeld het toekennen van een beurs. En Haagse kunstenaars kunnen ook iets teruggeven, door een kunstwerk te leveren. Of door mee te werken aan een poster voor een sponsor.”