Mark, de hardwerkende Haagse ondernemer uit mijn vorige column, is in het kader van zijn echtscheiding in overleg met zijn bijna ex-echtgenote over alimentatie. Ze hebben al afspraken gemaakt over de kinderalimentatie. De partneralimentatie vormt nu de bottleneck. Hij heeft daarover een heleboel op het internet gelezen, maar kan er eigenlijk geen wijs uit. Dat kan kloppen leg ik hem uit, want elke zaak is anders. Voor ondernemers helemaal. Alimentatie rekenen voor ondernemers is namelijk bepaald geen sinecure.
Aan de hand van allerlei vragen probeer ik een beeld te krijgen van het inkomen van Mark.
- Heeft hij een eenmanszaak of een B.V.?
- Heeft hij een vennootschap onder firma of een B.V. met anderen?
- Hoe hoog is de winst uit onderneming c.q. zijn (DGA-)salaris?
- Zijn er opgepotte winsten in de onderneming?
- Wat zijn de vrije reserves in de onderneming?
- Hoeveel kan Mark uit de onderneming halen zonder dat de continuïteit daarvan in gevaar komt?
- Heeft Mark in het verleden dividend uitkeringen gedaan?
- Hoe hoog is zijn schuld in rekening-courant aan zijn B.V.?
- Waar zijn de rekening-courant opnames aan uitgegeven?
- Lost Mark af op zijn schuld in rekening-courant?
- Moet Mark zijn onderneming afrekenen in het kader van de afwikkeling van zijn huwelijkse voorwaarden?
- Wat zijn de toekomstperspectieven?
- Hoe is het met de solvabiliteit en liquiditeitspositie van de onderneming gesteld?
- Heeft Mark een arbeidsongeschiktheidsverzekering?
- Bouwt Mark pensioen op?
Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Mark is DGA van “Groen/Geel B.V.”. Daaronder hangen verschillende dochtermaatschappijen. Hij keert zichzelf een bepaald salaris uit. Ik leg hem uit dat enkel dit salaris niet zijn inkomen bepaalt. Hij is weliswaar werknemer, maar van zijn eigen B.V.. Hij is dus bij machte zijn eigen salaris te bepalen. Dat is het verschil met andere werknemers. In alimentatieland wordt daarom verder gekeken dan louter Marks’ loonstrook. Hij zal inzage moeten geven in alle cijfers van alle B.V.’s zodat vastgesteld kan worden of hij zichzelf met het oog op het betalen van alimentatie niet een hoger salaris kan toekennen of extra dividend uitkeringen kan doen. Zijn bijna ex-echtgenote mag niet op de ondernemersstoel gaan zitten, maar onder omstandigheden kan zij van Mark verlangen meer geld uit zijn B.V. te halen om in haar kosten van levensonderhoud te voorzien. Een exercitie van de jaarcijfers van zijn B.V.’s is dus nodig. Een euro kan maar één keer uitgegeven worden. Als Mark geld uit zijn B.V. moet halen om zijn bijna ex-echtgenote uit te kopen in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, is dat geld niet meer beschikbaar voor partneralimentatie. Dat zijn communicerende vaten.
Markt blijkt niet verzekerd te zijn tegen arbeidsongeschiktheid. Als zijn advocaat adviseer ik hem om dat als de wiedeweerga te doen, want het betalen van een dergelijke premie mag in mindering worden gebracht op zijn financiële draagkracht. Datzelfde geldt voor een pensioenpremie. Mark bouwt geen pensioen op. Ik adviseer hem daarom alsnog aan pensioenopbouw te gaan doen omdat dit zijn financiële draagkracht voor het betalen van partneralimentatie drukt. Mark is blij met mijn tips.
Wow, verzucht hij aan het eind van het gesprek. Hij had niet gedacht het zo ingewikkeld zou zijn. Hij hoopt nu maar hij zonder ingewikkelde berekeningen een bedrag aan partneralimentatie met zijn ex-echtgenote af te kunnen spreken. Dan is hij er nog niet, maar dat bewaar ik voor een volgende keer.