COLUMN Raymond de Mooij, GMW advocaten
Tim de Reus deed zijn naam eer aan. De man was groot en breed. Met succes exploiteerde hij een aantal pizzeria’s in Den Haag en omstreken. Het geld dat hij daarmee verdiende belegde hij voor een deel in vastgoed. In januari 2016 had hij vier appartementen in Scheveningen aangeschaft. “Eerlijk gezegd had ik die flats niet van binnen gezien,” vertelde De Reus mij een paar maanden geleden. “Ik ben langs het huizenblok gereden en het zag er van buiten wel okay uit, dus ik heb toegehapt. De verkoper is een makker van mij. Ik dacht dat het allemaal wel goed zou zitten.” Dat bleek niet het geval. De woningen waren van binnen slecht onderhouden en vertoonden allerlei mankementen. De huurders van de woningen waren ontevreden. Tim de Reus was geen zeurpiet en hij had de gebreken allemaal netjes verholpen. “Al met al heb ik er nog twee ton in moeten stoppen, maar ja, had ik maar beter moeten opletten.”
De onderste flat van het huizenblok werd gehuurd door twee vrienden. Tim de Reus: ”Het zijn twee dikke, donkere jongens. Joey en Karim heten ze. Die gasten doen de hele dag niks. Het zou me niet verbazen als het nichten zijn, maar dat moeten ze zelf weten.” De bewoners weigerden huur aan mijn cliënt te betalen omdat hun appartement nog steeds niet op orde zou zijn. In de woonkamer zou het tochten en de deur naar het balkon sloot niet goed, vonden ze. Hun advocaat Mr Stuiver had Tim de Reus een brief geschreven. Zijn cliënten werden ernstig geschaad in hun huurgenot. Zij zouden De Reus dagvaarden en eisen dat hij de gebreken verhielp. Mijn cliënt begreep er niets van. “Die vetkleppen proberen alleen maar om onder betaling van de huur uit te komen, er is niets mis met die woning. Ik trek dit niet. Vandaag of morgen verlies ik mijn geduld met die gasten.”
Kantonrechter Mr Pimpel bepaalde in de zaak een mondeling behandeling, die in januari 2017 plaatsvond. De magistraat vond de vorderingen van de huurders niet goed onderbouwd. “Op zijn minst had er toch een rapport van een aannemer moeten liggen, waaruit blijkt dat er inderdaad sprake is van gebreken. Maar ik weet het goed gemaakt. Mijn volgende zitting is uitgevallen, dus ik fiets nu met de griffier naar Scheveningen om poolshoogte te nemen. Ik zie u over een half uur in de woning van eisers.”
In die woning rook het niet zo fris. Er stonden plastic bakjes met resten nasi op tafel. Verder lagen er overal lege bierblikjes. Op de grond stond een bloempot waarin honderden sigarettenpeuken waren uitgedrukt. De kantonrechter hield zijn hand langs het raam. “Ik voel geen tocht. Wilt u dat noteren mevrouw de griffier?” Vervolgens testte de rechter de balkondeur. Daar leek ook niets mis mee. ”Deze deur laat ik even openstaan in verband met het welzijn van de aanwezigen”, zei hij.
Het afwijzende vonnis dat drie weken later volgde, kwam niet als een verrassing. Maar de huurders Joey en Karim wisten niet van ophouden. Vorige maand had ik een briesende Tim de Reus aan de lijn. “Ze zijn naar de huurcommissie gestapt en eisen een huurverlaging. Er zou een gaslucht in de badkamer hangen. En ze hebben het over een lekkage onder de gootsteen.” De heren waren bovendien opnieuw gestopt met het betalen van huur. Ik adviseerde mijn cliënt om een kort geding te beginnen en ontruiming te eisen. De Reus: ”Dat kost mij weer een paar duizend euro en die dikzakken maar lachen. Het erge is dat ik ze bijna elke dag tegen het lijf loop bij de supermarkt. Dat gaat een keer fout.”
Een week later stond ik op het punt om de rechtszaal binnen te gaan toen Tim de Reus mij mobiel belde. “Die gasten lopen dus nu aan de overkant van de straat, wat moet ik doen?” Opnieuw vertelde ik mijn cliënt dat er een kort geding opgestart moest worden, maar het was aan dovemans oren. “Ik denk dat ik de dikste nu een klap ga geven”, zei hij. De bode in het Paleis van Justitie riep mij, ik moest naar binnen. “Ja, geef hem maar een klap slimmerd”, zei ik gehaast en hing op.
Een dag later stond Tim de Reus in de hal van ons kantoor, met een brief in zijn hand. “Op aanraden van mijn advocaat heb ik mijn huurder Karim gisteren een draai om zijn oren gegeven”, zei hij lachend tegen mij. “Een goed advies. Vanochtend hebben de heren de huur opgezegd.”