Als je jong bent en werkt, denk je liever helemaal niet aan je pensioen. Je bent druk met je zaak of je start-up bezig en je staat aan de wieg van een lange, glansrijke carrière. Pensioen is iets dat verborgen zit in de toekomst die voor je gevoel nog voor je uit rent. Ver weg en nog niet eens op de horizon verschenen. Toch kan het enorm lonen om al vroeg het ‘oudedagsbewustzijn’ wakker te maken. Maar jong of niet, voor veel ondernemers is het begrip ‘pensioen’ vaak te ingewikkeld. Geef ze eens ongelijk. Nederland heeft misschien één van de beste maar ook één van de meest complexe pensioenstelsels van de wereld. Het pensioenstelsel in Nederland staat mede daarom ook op het punt om de komende lente te veranderen. Wat betekent dat voor je zaak, je medewerkers en je eigen oude dag? Laten we daar eens, hetzij wat ondiep, induiken.
Het huidige pensioenstelsel
Hoe zat het ook alweer? Het pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers. De eerste pijler is de AOW, de tweede pijler is het door werkenden – meestal verplicht opgebouwde – pensioen en derde pijler betreft de vrijwillige persoonlijke inkomensvoorzieningen waar ondernemers en zelfstandigen meestal toe aangewezen zijn. Die bouwen namelijk niks op via een werkgever. Als ondernemer kun je met een relatief laag belastingtarief pensioen sparen. De tweede pijler, het arbeidsgerelateerde pensioen dat jij of je medewerker ontvangt is gebaseerd op het gemiddelde salaris waarbij je een bepaald pensioen krijgt toegezegd (uitkeringsmodel).
Het huidige systeem heeft een aantal nadelen. Allereerst is er de kans dat je niet genoeg pensioen hebt opgebouwd om je levensstandaard te kunnen handhaven. Bij werkenden die hun hele leven voor een baas hebben gewerkt is deze kans een stuk kleiner, maar ondernemers snoepen in tijden van economische winters al snel aan hun pensioenpot. Je hebt maar een beperkte tijd om te sparen voor je pensioen. Leeg is leeg. Met alleen een AOW-uitkering moet je op je oude dag flink op je uitgaven letten.
Mensen worden gemiddeld steeds ouder en daarom gaat elk jaar de pensioenleeftijd omhoog. Dat betekent dat je als werkgever en ondernemer langere tijd spaart voor het pensioen van je personeel of voor jezelf. Inflatie zorgt er bovendien voor dat je in realiteit minder pensioen krijgt dan je misschien had verwacht. Hoe? Geld wordt minder waard en daarmee dus ook je opgebouwde pensioen. Daarbij kiezen veel werkgevers en ondernemers voor een belegginspensioen dat weliswaar goedkoper is om te sparen, maar wel risicovoller is dan een echt gegarandeerd pensioen. Je kunt ineens een flink deel van je pensioen zien verdampen tijdens een crisis.
Waarom gaat het pensioenstelsel veranderen?
Met het huidige pensioenstelsel is er veel kwetsbaarheid en onwetendheid. Daar waar bijvoorbeeld pensioenfondsen aan hun deelnemers een bepaalde belofte doen voor een uitkering op hun oude dag, kan deze uitkering ineens veel lager uitvallen. Bijvoorbeeld omdat veel pensioenfondsen niet indexeren. De deelnemer echter heeft vaak te weinig kennis om hier vooraf op te anticiperen. Bovendien sparen veel mensen in hetzelfde collectief, waardoor een grote groep deelnemers aan dezelfde risico’s worden blootgesteld. Dit terwijl leeftijd hier wel degelijk een verschil kan maken.
Naast de kwetsbaarheid van haar deelnemers, is het huidige stelsel ook nadelig voor mensen die later in hun carrière beginnen met sparen voor hun pensioen. Zij kunnen namelijk veel minder lang sparen dan iemand die al jong begonnen is. Dit maakt het lastig om in de toekomst een goed pensioen te kunnen opbouwen. In het huidige stelsel draait alles om het kapitaal dat je opbouwt tijdens je werkende leven, zodat je later met een aardig bedrag kunt stoppen met werken. Helaas is de realiteit vaak anders: veel mensen hebben te weinig opgebouwd om een goed pensioen te kunnen claimen. Een buffer opbouwen, wat eigenlijk de bedoeling is van het huidige stelsel, lukt veel mensen niet.
Wat gaat er veranderen?
Er verandert misschien veel, er blijven ook componenten bestaan. Denk aan het feit dat we allemaal verantwoordelijk blijven voor elkaars oude dag en dit gezamenlijk betalen. Pensioenregelingen worden nog steeds collectief uitgevoerd waarbij gezorgd wordt dat beleggingsrisico’s geminimaliseerd blijven.
Er verandert misschien veel, er blijven ook componenten bestaan. Denk aan het feit dat we allemaal verantwoordelijk blijven voor elkaars oude dag en dit gezamenlijk betalen. Pensioenregelingen worden nog steeds collectief uitgevoerd waarbij gezorgd wordt dat de meeste beleggingsrisico’s samen gedeeld worden.
Belangrijke veranderingen die worden doorgevoerd vinden we vooral in de manier waarop pensioensparen wérkt. Het wordt mogelijk gemaakt om flexibeler te sparen, zodat je je pensioenplanning beter af kunt stemmen op jouw persoonlijke situatie. De pensioenpremie staat centraal en niet de beloofde hoogte van het pensioen. Er wordt kortgezegd geen zekerheid verkocht waar die er niet is. We gaan dus over van een uitkeringsregeling (een defined benefit) naar een premieregeling (defined contribution).
Het direct storten op jonge leeftijd van pensioenpremie in je persoonlijke pensioenpotje, voorkomt dat je op je oude dag te weinig pensioen hebt opgebouwd. Een nieuw stelsel zou ook meer rekening moeten houden met iemands leeftijd en persoonlijk beleggingsprofiel. Ondernemers zien de grootste veranderingen dan toch vooral terug in het flexibeler sparen zodat tegenvallers makkelijker kunnen worden opgevangen.
Benieuwd wat het nieuwe pensioenstelsel voor jouw onderneming of voor je eigen oude dag betekent? Er is geen éénduidig antwoord. Praat eens met een pensioenadviseur. Die weet wat er speelt binnen je bedrijf en wat de risico’s zijn. Zo haal je uit het nieuwe pensioenstelsel het beste wat erin zit
Kaderbox zijkant: Wanneer gaat het nieuwe pensioenstelsel in?
Nu de Tweede Kamer akkoord is met alle wetsvoorstellen, is de Eerste Kamer aan de beurt. Die zal naar verwachting deze lente akkoord gaan. Concreet betekent dit dat Nederland per 1 juli 2023 een nieuw pensioenstelsel heeft. Uitvoerders en sociale partners beginnen dan een ingewikkeld proces om het stelsel in werking te laten treden door heldere afspraken te maken. Vervolgens hebben werkgevers en ondernemers tot uiterlijk 1 januari 2027 de tijd deze veranderingen door te voeren. Belangrijk is daarbij om het gelijkheidsbeginsel in de gaten te houden. Elke werknemer spaart in principe hetzelfde naar verhouding van het salaris. Zo niet dan moet dat te rechtvaardigen zijn.