Hopelijk nog voor de feestdagen, anders zeker begin volgend jaar zal de gemeenteraad van Den Haag naar verwacht groen licht geven voor het ‘Binnenstadsplan 2033’. Het is alweer het derde tienjarenplan, dat de gemeente in nauwe samenwerking met Bureau Binnenstad en een groot aantal private partijen lanceert. Het ultieme doel al sinds het millennium, de binnenstad van Den Haag weer aantrekkelijk maken om er te wonen, het te bezoeken en in te investeren.
Voor directeur Ad Dekkers en programmamanager Wim Hamming – vastgoedman van Bureau Binnenstad – waren het drukke weken in aanloop naar de dag dat de gemeenteraad van Den Haag een formele klap op het ‘Binnenstadsplan 2033’ zal geven.
“Allesbehalve een formaliteit”, benadrukt Ad Dekkers stellig. “Uiteraard hebben diverse diensten binnen de gemeente mede geparticipeerd in het tot stand komen van dit alweer derde tienjarenplan. Want alle partijen waren er decennia geleden al van doordrongen dat de binnenstad van Den Haag op een groot aantal gebieden aantrekkelijker moest worden. Denk aan wonen, toerisme en niet in de laatste plaats investeringen. Want de binnenstad van Den Haag was op meerdere fronten hard toe aan een fikse opknapbeurt. Als je ziet hoeveel er de voorbije 23 jaar al is bereikt, de binnenstad op heel veel fronten aanzienlijk is verrijkt, dan is de overtuiging terecht dat er rond de eeuwwisseling de enige en juiste weg is ingeslagen door de binnenstad van Den Haag geleidelijk aan een nieuwe, frisse smoel te geven. Zonder haar zo onmiskenbare uitstraling te verliezen, die het centrum en zijn omliggende wijken zo typeren.”
De klok even terug naar het Den Haag, dat op de drempel van het nieuwe millennium staat. Wim Hamming schetst de situatie van de Haagse binnenstad van bijna een kwart eeuw geleden en die van nu in vogelvlucht als een doorgewinterde stadsgids, af en toe gesouffleerd door de inmiddels aangeschoven winkelmakelaar Steven de Neeff van Local Joe.
Tramtunnel
Hamming: “De plannen zijn toentertijd niet zozeer uit nood, meer uit ambitie vanuit de gemeente geboren. Vergeleken met andere grote steden als Rotterdam en Utrecht dreigde de binnenstad van Den Haag op meerdere fronten almaar meer terrein te verliezen. Hoogste tijd dat het imago van het centrum flink werd opgepoetst. Want de binnenstad van Den Haag had rond de eeuwwisseling best wel een probleem. Als voorbeeld noem ik de lekkende tramtunnel en dat leidde tot behoorlijk wat klachten van de omgeving en met name bij ondernemers, omdat ze lange tijd slecht of nauwelijks bereikbaar waren. Ook was Den Haag destijds geen aantrekkelijke horecastad.
Maar kijk wat een metamorfose de Grote Marktstraat, het hart van het winkelcentrum, de voorbije jaren heeft ondergaan. De komst van de Universiteit Leiden, en straks ook de TU Delft en de Open Universiteit, naar Den Haag zorgt dankzijde duizenden studenten voor een nieuw en vooral jong elan.”
Local Joe makelaar Steven de Neeff vult aan: “Belangrijk is ook de komst van de klimhal Beest Boulders in het voormalige pand van Marks & Spencer. Daar is in relatief korte tijd een fantastisch project neergezet. En laten we de Haagse Bluf en de uitbreiding van de Passage niet vergeten. Vanuit de Bijenkorf loop je zo het vernieuwde overdekte winkelcentrum in. Een enorme verrijking voor de stad.’’
In het Binnenstadsplan 2033 is met name ook de volle aandacht voor leegstaande panden in de binnenstad. Wim Hamming licht het een en ander toe: “Om de problematiek hierover goed in kaart te kunnen brengen en daarnaar te handelen, is tijdens de coronacrisis, waarin veel ondernemers noodgedwongen hun winkel moesten sluiten, de Taskforce Leegstand in het leven geroepen. Een gremium dat eens in de acht weken bij elkaar komt en waar partijen als de gemeente, makelaars,” – wijzend naar Steven de Neeff – “vastgoedeigenaren en ondernemers bij aanschuiven.
Voornaamste insteek is om leegstand niet alleen een halt toe te roepen, maar bij het terugdringen vooral zorg te dragen voor een kwalitatief goede invulling die de sfeergebieden in de binnenstad verder versterkt”.
Het Binnenstadsplan 2033 is het overkoepelend beleid voor ontwikkelingen in de binnenstad. Deze nota is, net als de vorige twee Binnenstadsplannen, een paraplu voor diverse uitvoeringsagenda’s en programma’s. Het wordt door de verschillende beleidsafdelingen van de diverse diensten als leidraad gebruikt. Tevens zal dit Binnenstadsplan een basis vormen voor de Omgevingsvisie die komende jaren als planologisch instrument in werking zal treden.
Er zijn ook minder direct zichtbare zaken die in de loop der jaren tot stand zijn gekomen en hebben bijgedragen aan het upgraden van de Haagse binnenstad, benadrukt Ad Dekkers, sinds 2014 als directeur verbonden aan Bureau Binnenstad. “Van wezenlijk belang is de bereikbaarheid en het creëren van een goed vestigingsklimaat. Maar ook niet weg te denken factoren als intensivering van de onderlinge samenwerking van ondernemers. Bureau Binnenstad investeert al jaren in de samenwerking tussen private partijen onderling en die met de gemeente. Samenwerking als smeerolie bij het bereiken van de gezamenlijke doelen. Niet onbelangrijk, welk beleid hanteer je als het gaat om het invullen van de panden, de zogenoemde transformatie, en uiteraard door marktpartijen die perfect passen in het ideale plaatje van Den Haag hier naartoe te halen. Daar maakt met name Wim Hamming als ‘aanjager’ namens Bureau Binnenstad zich sterk voor. En zonder dat daarbij het unieke karakter waar een stad als Den Haag zo prat op gaat en zijn kwaliteit en uitstraling aan dankt, uit het oog wordt verloren.”
Metamorfose
Unaniem zijn de vertegenwoordigers van Bureau Binnenstad het erover eens dat door de in gang gezette metamorfose sprake is van een zogenaamde kanteling van de Haagse binnenstad. Van grijze muis tot kroonjuweel. Want waar retail en horeca tot een kwart eeuw grotendeels het stadsbeeld van Den Haag bepaalden, is er nu ook de volle aandacht voor andere functies. Ad Dekkers: “Je moet jezelf constant de vraag blijven stellen, hoe kun je zorgen dat de inwoners aan de andere kant van de stad zich verbonden blijven voelen met die binnenstad. En vaak zijn dat relatief kleine voorzieningen, die het beeld van een gastvrije binnenstad kunnen versterken. De zitplekken die zowel rond het standbeeld van Johan de Witt op De Plaats en langs de Hofvijver zijn aangebracht, bleken een gouden greep. Ze hebben een enorme aantrekkingskracht op bezoekers. En wat ook niet onvermeld mag blijven is dat ook de aanlooproutes van onder andere het Holland Spoor naar de binnenstad langzaamaan weer aantrekkelijker worden voor met name de kleine ondernemers. Ook zij profiteren van een binnenstad in ontwikkeling. Een levendige, groene en verbonden Haagse binnenstad.”
In het Binnenstadsplan 2033 is met name ook oog voor hoe de residentie historisch is gegroeid in een bepaald aantal sfeergebieden. En die zijn volgens Wim Hamming en Ad Dekkers niet te vangen in één of twee projecten. Hamming: “Per sfeergebied als het Museumkwartier, het winkelgebied de Grote Markt, of het oude centrum, om een paar voorbeelden te noemen, wordt kritisch gekeken welke functies er moeten landen. Waar in het ene gebied minder doorgaand verkeer behoeft en meer aandacht voor de voetganger moet zijn, zal elders juist de concentratie op het doorgaand verkeer moeten liggen.”
En tot slot zijn de heren Hamming, Dekkers en De Neeff het roerend met elkaar eens. “De Haagse binnenstad mag gerust een stukje groener worden.”