COLUMN Raymond de Mooij
GMW advocaten
De namen van de betrokkenen zijn gefingeerd
Van bestuursrechtelijke zaken word je niet vrolijk. Opkomen tegen besluiten van overheden. Nergens zijn de procedurele regels belangrijker dan in het bestuursrecht. Saaie kost voor saaie mensen. Mensen die bovendien goed tegen hun verlies moeten kunnen, want de strijd tegen overheden wordt meestal verloren. Soms echter, heel soms, is er eer te behalen in een bestuursrechtelijke zaak.
Makelaar Jan Korhoen begreep er niets van. “In mei 2019 bemiddelde ik bij de aankoop van een woning in het Statenkwartier. Mijn klant woonde nog in Singapore maar zou een half jaar later verhuizen.” Nadat de transactie gedaan was, kwam er een gemeenteambtenaar voor een routinecontrole. De man ontdekte dat de vorige eigenaar het pand had laten verbouwen, zonder daarvoor een vergunning te hebben. Jan Korhoen: ”Ik kreeg vervolgens een brief van de gemeente Den Haag, een last onder dwangsom. De veranderingen in het pand moesten door mij worden teruggedraaid, anders zou ik een bedrag van 15.000,- moeten betalen.” Mijn cliënt had de gemeente Den Haag per e-mail gemeld dat hij niet de eigenaar van het pand was. Hij was als makelaar ingehuurd en had niets met een eerdere verbouwing in het pand te maken gehad. Dat had geen indruk gemaakt op gemeenteambtenaar Nadia Priegel. “Indien u geen gevolg geeft aan onze last, moet u de dwangsom betalen.” Vervolgens ontspon zich een discussie tussen partijen die veel tijd in beslag nam. Ondertussen had de eigenaar van het pand alsnog een vergunning aangevraagd en verkregen, dus daarmee leek de kous af. Niet voor Nadia Priegel. Zij mailde Jan Korhoen: ”Aangezien u niet in bezwaar bent gekomen van het eerdere besluit van de gemeente, is dat besluit onomkeerbaar en moet u de dwangsom alsnog gewoon betalen.”
Toen Jan Korhoen mijn kantoor bezocht kwam de stoom uit zijn oren. “Dit is zo onrechtvaardig, hier moet toch iets tegen te doen zijn?” Ik vroeg mijn kantoorgenoot Zoë Ris in het dossier te duiken. Een dag later kwam de jonge advocate met goed nieuws. De invorderingsbevoegdheid van een dwangsom verjaart na twee jaar. Nadia Priegel was zo druk geweest met discussiëren, dat zij die fatale termijn over het hoofd had gezien. De dwangsom kon niet meer geïncasseerd worden. Met een brede glimlach fabriceerde ik een kort briefje aan de ijverige gemeenteambtenaar. Heerlijk, dat bestuursrecht.
