Tekst: Evelyne Lammerding fotografie: Rob Schippers
Wie een besloten vennootschap (BV) heeft, kan bij zijn eigen BV pensioen opbouwen. Beter gezegd: kòn eigen pensioen opbouwen. Dit jaar behoort het pensioen eigen beheer (peb) wat betreft staatssecretaris Wiebes van Financiën tot de verleden tijd. Wat nu? Afkopen? Een voorziening treffen? Of helemaal niets doen?
Aan accountants de schone taak helder uit te leggen wat de gevolgen zijn van het einde van het peb-tijdperk voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) en hun (ex-)partner. René Moerland en Harald Verbeek, partners van ABIN accountants en adviseurs, geven in Voorburg tekst en uitleg over de nieuwe wetgeving.
Rente
Om van de pensioenopbouw af te zijn, is volgens Verbeek zo gek nog niet. Zoals een pensioenfonds een bepaalde dekkingsgraad nodig heeft om pensioenen te kunnen (blijven) uitkeren en De Nederlandsche Bank deze dekkingsgraad bekijkt, zo kijken banken naar het eigen vermogen van BV’s. Uit dat eigen vermogen bouwt een dga pensioen op. “Maar het geld dat je nu moet reserveren om een levenslang pensioen uit te kunnen keren is zo hoog, dat het er vaak niet is,’’ zegt Verbeek.
Dat er veel moet worden gereserveerd om in de toekomst pensioen te kunnen genieten, komt door de aanhoudende extreem lage rente. Geld groeit amper. Dus moet er een hoge voorziening worden aangehouden. Dat kan weer als nadelig gevolg hebben dat dividend niet kan worden uitgekeerd. “Want er moet op de balans rekening worden gehouden met het pensioen,’’ verduidelijkt Verbeek.
Afkopen
Ondernemers kunnen in 2017 voor het eerst hun pensioen afkopen. Het is een manier om van het pensioen af te raken. “De afkoopregeling stelt de ondernemer in 2017 in staat ruim een derde belastingkorting te krijgen,’’ zegt Verbeek. Als het geld vrijkomt, heft de fiscus er loonbelasting over. Die bedraagt 52 procent, maar volgend jaar geeft de belasting een korting van zo’n 34 procent. Het komt erop neer dat er ongeveer een derde aan loonheffing wordt afgedragen. De korting van zo’n 34 procent geldt alleen in 2017, zeggen de accountants. “In het jaar erna is er ook een korting, maar die ligt veel lager en maakt het afkopen oninteressant,’’ zegt Moerland.
Uitdaging
Verbeek ziet ook een grote uitdaging bij het afkopen. “Veel ondernemers zijn getrouwd,’’ stelt hij. “De partner kan volgens de pensioenwet aanspraak maken op een groot deel van het opgebouwde pensioen in het geval van echtscheiding of heeft mogelijk recht op een weduwenpensioen bij overlijden. Dus als de ondernemer van het pensioen af wil, dan moet zijn partner hier ook wat van vinden.’’ Het gesprek over hoe de zaken moeten zijn geregeld in het geval de partner alleen komt te staan, is er een die emoties oproept. “Toch moet je het erover hebben,’’ zegt Verbeek. Als het op pensioen aankomt, hebben (ex-)partners altijd en ondanks alles met elkaar te maken. “Tenzij er een uitsluiting is opgenomen in de echtscheidingspapieren.’’
Voorziening
Behalve de afkoopregeling met de korting op de loonbelasting, bestaat de mogelijkheid een voorziening te creëren die in de plaats van het pensioen komt. Moerland legt uit: “Je maakt een pot geld die vanaf de pensioengerechtigde leeftijd over 20 jaar jaarlijks een bedrag uitkeert. In fiscale zin is dit een voorziening. Het potje vererft aan alle erfgenamen als je niets regelt.’’ Verschil met de pensioenregeling is dat de voorziening een looptijd van twintig jaar kent, in tegenstelling tot een levenslange pensioenuitkering. Verbeek voegt toe dat wanneer er geen pensioen is, ondernemers hun levenspartners vaak willen compenseren. “Stel dat je als ondernemer jarenlang samen bent met je partner, maar je bent niet getrouwd. Je kinderen komen uit een eerder huwelijk. In je testament heb je vastgelegd dat de kinderen je BV erven. Dan zou zijn levenspartner niets meer krijgen. Daarom is het noodzakelijk dat zij in een regeling wordt meegenomen.’’ De compensatie moet schriftelijk worden vastgelegd. De oudedagsverplichting wordt in een testament geregeld. “Wij sturen in overleg de notaris aan.’’
Schenking
Bij afkoop van het pensioen en omzetting in de oudedagsvoorziening geeft de (ex-)partner een voorwaardelijk recht prijs; als de ondernemer overlijdt heeft de partner recht op een levenslange uitkering. Wat als je niets regelt over het prijsgeven van deze rechten? “Dan zou er volgens de belastingdienst sprake kunnen zijn van een schenking,’’ zegt Moerland. Verbeek licht toe: “Dan wordt er schenkingsbelasting tussen echtelieden geheven. Als je het goed aanpakt, kan je deze situatie voorkomen.’’ Tenslotte kan de ondernemer er ook voor kiezen niets te doen. Het pensioenrecht dat tot nu toe is opgebouwd wordt bevroren en kan niet verder worden aangevuld. Het blijft wel als pensioen gelden.
Belastingheffing
Het is zaak de verandering goed op te vangen. Wie zich niet aan de wettelijke regels houdt, mag rekenen op een belastingheffing van 95 procent, waarschuwt Verbeek. Wie van zijn pensioengeld bijvoorbeeld een leuke boot heeft aangeschaft, kan fiscaal in de problemen raken. “De belasting gaat er dan vanuit dat de ondernemer al van zijn pensioen heeft genoten,’’ verklaart Verbeek. Verder wijst hij op het belang de pensioenopbouw formeel ook stop te zetten. “Ook al is het vanaf 1 april 2017 wettelijk onmogelijk verder pensioen op te bouwen. Wanneer dit formeel niet is gebeurd, volgt mogelijk een belastingheffing.’’
Verwachting
Verbeek verwacht dat minder dan 20 procent van de ondernemers voor de afkoopregeling kiest. Want de loonbelasting kan fors in de papieren lopen. Niet iedereen heeft de liquide middelen om het bedrag ineens op tafel te leggen. Verder verwacht hij dat 40 procent van de ondernemers niets doet, en 40 procent voor de oudedagsverplichting kiest. “Niets doen is de weg van de minste weerstand,’’ betoogt hij. “Je voorkomt er discussies in de familie en met exen mee.’’
-
Wanneer het wetsvoorstel precies van kracht wordt, is nog niet duidelijk. Het voorstel zou 23 december vorig jaar in stemming worden gebracht. Op verzoek van de staatssecretaris Wiebes van Financiën is dat niet doorgegaan. Reden is dat het ministerie van Financiën vreest dat het voorstel kan leiden tot een ‘heffingslek’. Of dat zo is en wat daaraan kan worden gedaan, wordt nu onderzocht. De invoering van het wetsvoorstel wordt later in het jaar verwacht.