Den Haag timmert flink aan de weg. Zowel als congres als toeristische bestemming weten steeds meer (inter)nationale gasten onze mooie stad achter de duinen te vinden. Hoogste tijd om de laatste ontwikkelingen te bespreken met vier professionals in de regio.
The Hague Convention Bureau
Op het podium van de magnifieke Koning Willem-Alexanderzaal in het World Forum zijn voor dit gesprek Tom Verhaar (Fokker Terminal), Diederick van Eeden (Zuiderstrandtheater) en Michiel Middendorf (World Forum The Hague) aangeschoven. Hans Buurman (Gemeentemuseum) moet door drukte verstek laten gaan maar spreekt de redactie een dag later.
Van Eeden: “Laat ik beginnen te zeggen dat het The Hague Convention Bureau de laatste jaren goed werk heeft geleverd. Echt mooi om te zien hoe zij de stad op de kaart zetten. Als ik naar de hedendaagse ontwikkelingen op het gebied van congresseren kijk in de regio, dan kan ik niet wachten op het moment dat wij met onze nieuwbouw (die in 2021 moet worden opgeleverd – PhF) nog meer ruimte hebben om gasten te accommoderen. Want met vier in plaats van de huidige zaal zullen wij een mooie aanvulling zijn op de congresmogelijkheden in onze stad.” Ook Tom Verhaar vindt de uitbreiding van het aantal medewerkers bij het Convention Bureau een goede zet: “Ze lobbyen uitstekend, zetten Den Haag daarmee op de kaart en brengen partijen naar ons toe. De Fokker Terminal is een unieke industriële locatie en daardoor onderscheiden we ons. En dat is goed te merken. De locatie is in tien jaar uitgegroeid tot een landelijk in aanzien staande congreslocatie waar inmiddels zestig grootschalige één- en meerdaagse grote congressen en special events per jaar plaatsvinden. We hebben dan ook uitbreidingsplannen om aan de stijgende congres aanvragen te kunnen voldoen. De groei van het aantal congressen komt mede door het beleid van de Gemeente Den Haag en het werk van het Convention bureau.”
Volgens Michiel Middendorf is het Convention Bureau inmiddels een echte sales driven organisatie: “Als ik kijk naar de gemeente en de ondernemers in de stad, dan zie ik dat alle neuzen in dezelfde richting staan, namelijk het op de kaart zetten van Den Haag als aantrekkelijke stad om te wonen, te recreëren en te congresseren. Als ik naar onszelf kijk, dan zie ik een verdubbeling van de omzet tussen 2012 en 2018. En die bezoekers zijn goed voor de stad, alleen al voor congresbezoekers mag je de rekensom maken dat iedere euro die op de locatie wordt uitgegeven er zeven voor de stad opleveren.” Ook Hans Buurman ziet de duidelijke stijgende lijn: “De congressen in de stad nemen niet alleen toe, ze worden ook prestigieuzer. Belangrijk dat de stad duidelijke keuzes maakt, zoals het verlenen van vergunningen voor hotels in het topsegment. Maar in mijn optiek mag dat zelfs nog wel iets scherper. Zo verdient het World Forum naar mijn mening nog een extra upgrade, na de mooie verbouwing die een aantal jaar geleden al heeft plaatsgevonden.”
Lokalen partijen profiteren
Volgens Middendorf levert niet alleen elke “congreseuro” meerwaarde voor de stad op. Ook qua werkgelegenheid spint Den Haag garen bij de ontwikkelingen: “Elke fte die in een internationale congreslocatie werkt, levert er tien in de regio op. Maar ook de verbondenheid met de stad is interessant, bijvoorbeeld doordat studenten aan het dependance van de Leiden University Campus in hun eigen stad een gerenommeerd congres in hun vakgebied kunnen bijwonen. En vergeet niet: Den Haag is het centrum van de regering, waar ondernemers korte lijntjes hebben naar wethouders maar ook naar landelijke politici. Dus die lokaliteit, die helpt een CEO die graag in gesprek zou willen met een politicus. En een congres openen, dat is in Den Haag voor politici makkelijker te doen, die zitten binnen no time weer netjes achter hun bureau op het Binnenhof of op hun ministerie.” Van Eeden benadrukt nog een ander aspect dat gunstig is voor de regio: “Ik denk dat ik voor ons allen spreek als ik vertel dat wij het liefst met partijen uit de regio samenwerken, lokaal sociaal, noem ik dit. En het is natuurlijk ook goed voor het milieu om je spullen niet van ver te halen!” Tom Verhaar ziet dit ook: “Op dit moment zitten we midden in de oprichting van The Hague Venues. Een club voor preffesionele congreslocaties. Hierdoor worden de lijnen nog korter en kunnen we de stad als ondernemers nog beter van dienst zijn.”
Meer durf
Hans Buurman benadrukt dat het Gemeentemuseum tijdens congressen vooral de functie van partner vervult. Een bijzondere partner, dat natuurlijk wel: “Onze overdekte Tuinzaal is natuurlijk uitermate geschikt voor ontvangsten, diners en borrels. Zo vond kortgeleden nog de ondertekening van een zakelijke intentieverklaring tussen de regering van China en Nederland in de Tuinzaal plaats. Ik zie een goed congres dan ook als het begin van een olievlek die voor de stad werkt: Tijdens het congres bezoekt men musea en de binnenstad, komt met mooie verhalen thuis en besluit nog eens in de privésfeer terug te keren. De komende week spreek ik de mensen van de National Gallery of Victoria, in Melbourne. Die hebben in hun museum een ware Escher-ervaring gecreëerd, die razend interessant is voor de potentiële locatie van het Escher museum in de voormalige ambassade van de VS.” En dat museum moet er gewoon komen op die locatie. Buurman: “Dan heb je als stad drie van de vijf meest aanprekende Nederlandse schilders (Vermeer, Mondriaan, Escher) binnen je stadsgrenzen. De gemeente moet dus, samen met ons en een investeerder aan de slag om dit te realiseren. En die durf, aan de investeringskant maar ook bij de gemeente, die mis ik een beetje in de stad. Dat kunnen ze in Rotterdam bijvoorbeeld toch een stuk beter.”
Den Haag als product
Dat Den Haag als stad potentieel heeft, dat is duidelijk. Met prima congreslocaties, veel groen, kust, kunst en politiek binnen haar stadsgrenzen is Den Haag, midden in de Randstad, echt een bijzonderheid. Verhaar: “Als congreslocatie doe je automatisch aan citybranding. Alle gasten die bij ons over de vloer komen, die maken na hun vertrek gratis reclame voor de stad.” Middendorf: “Vandaar ook dat reuring in de stad belangrijk is, op alle niveaus. Want uiteindelijk verkoop je in het buitenland toch de stad en de regio in haar geheel. Een mooi voorbeeld hiervan is de bijeenkomst EMEC”19, van Meeting Professionals International, “s werelds grootste en meest actieve vakvereniging voor de meeting- en evenementenindustrie. Dat congres vond in de hele stad plaats, met evenementen in bijvoorbeeld het Louwman Museum en het Gemeentemuseum. Op die wijze kun je de stad als geheel echt voor het voetlicht brengen.” En dat doen de heren graag, beaamt Van Eeden: “In de afgelopen dertig jaar heb ik gemerkt dat iedereen in de regio elkaar business gunt.”
Tom Verhaar vult aan: “Wij spelen elkaar inderdaad graag de bal toe, als wij een congres niet kunnen plaatsen heb ik toch het liefst dat de organisator toch voor onze stad kiest. Op dit moment zitten we mede om die reden midden in de oprichting van The Hague Venues. Een nieuwe club voor Haagse congreslocaties die nauw gaan samenwerken om Den Haag te verkopen. Hierdoor worden de lijnen nog korter en kunnen we de stad nog beter van dienst zijn. Daarnaast zie ik de naamsbekendheid van Den Haag in Nederland duidelijk terug bij nationale congressen. Omdat mensen geen stress willen in de ochtendspits, boeken ze vaak een dag of weekend van te voren een hotel. Zo kunnen ze “s ochtends rustig op stap en pikken ook nog eens een mooie citytrip mee.”
Volgens Middendorf is Den Haag ook echt een stad van de inhoud: “Ik heb gemerkt dat de stad, zowel bestuurlijk als ondernemend, graag meedenkt over de inhoud van een congres. Dat levert een mooie meerwaarde op en een verdieping van het congresprogramma.”
Toekomstmuziek
Dan nog even terug naar de toekomst. Hans Buurman benadrukte het al: Den Haag moet zich blijven ontwikkelen wil het de positie van aantrekkelijke internationale bestemming, zowel toeristisch als zakelijk, in Europa verstevigen. De komst van Legoland aan de boulevard, de opening van een Hard Rock Café in Scheveningen en een Escher-trekpleister in de binnenstad zijn hiervoor erg belangrijk. En ook het Rijk zou de potentie van Den Haag voor Nederland moeten zien en helpen met het realiseren van een goede en snelle OV-verbinding naar Rotterdam The Hague Airport, om maar een voorbeeld te noemen. Kortom: Niet verslappen en de weg inslaan die na de crisis is ingeslagen, de Haagse ondernemers geven in ieder geval al het goede voorbeeld.