Het is donderdagmiddag als er een man uit de lift stapt en aanbelt bij mijn kantoor. De man, begin 60 en modieus gekleed, heeft een probleem dat hij graag met een deurwaarder wil bespreken. Het is het verhaal van de verhuurder die moet gaan vorderen.
Van zijn spaargeld had hij een jaar eerder een oud appartement gekocht. Na een stevige opknapbeurt is hij de trotse eigenaar van een mooi huurpand, als belegging voor zijn oude dag. Althans, dat was de bedoeling.
De eerste kennismaking met de potentiële huurders verliep vlotjes. De vrouw zag er keurig uit en haar man was al net zo verzorgd. Hoewel ze de Nederlandse taal niet helemaal machtig waren, begreep de verhuurder wel dat zij beiden een goede baan hadden. Zij wilden het appartement voor minimaal drie jaar huren. Even dacht hij: ‘bijna te mooi om waar te zijn’. Maar feitelijk was er geen twijfel. Uit alles bleek dat het voor dit stel serieus was. De borg van één maand was netjes voldaan. Kortom, het contract werd opgesteld en door partijen ondertekend, waarna de sleutel onder het genot van een glas champagne werd overhandigd. Iedereen blij!
Tot er de eerste maand geen huur was bijgeschreven. Een telefoontje leerde dat de huurders het verkeerde rekeningnummer hadden en het bedrag dezelfde dag nog zouden overmaken. Het was het eerste en meteen laatste contact sinds de ondertekening van het contract. Huur kwam er niet meer binnen. Op telefoontjes werd niet meer gereageerd en ook de tweede en derde maand werd er geen huur overgemaakt. Na acht maanden is de huurachterstand opgelopen tot zeven maanden. De man was radeloos. Hij wilde van deze huurders af. Volstrekt logisch natuurlijk.
Ik dook in de stukken. Het dossier was beperkt. Mijn klant had zelf een standaard huurcontract van internet geplukt, zo bleek. Een ‘staat van oplevering’ was er bij de overhandiging van de sleutels niet opgemaakt.
Na het versturen van de eerste aanmaning en het uitblijven van enige reactie besloot ik maar eens langs te gaan bij het verhuurde appartement. Eén blik door de ramen maakte de situatie meteen duidelijk. Alles lag overhoop, was kapot en de muren waren beklad. De huurders waren met de noorderzon vertrokken en lieten een grote bende achter. De dagvaardingsprocedure die ik daarop in gang zette, was kort maar krachtig en de ontruiming werd toegewezen.
Moraal van dit verhaal: succesvol verhuren vraagt meer dan een standaardcontract en een betrouwbare huurder. Verhuren is ook voorbereiden en vastleggen, om te kunnen verzilveren en een vordering te voorkomen.
Mijn klant heeft na een jaar weer de beschikking over het appartement waaraan hij zo hard had gewerkt. Het appeltje voor de dorst had inmiddels zijn glans verloren. Hij was terug bij af, zonder opbrengst en met veel extra kosten. Er zit weinig anders op dan weer van vooraf aan te beginnen met opknappen. Of het hem gaat lukken om die klus nog voor ‘zijn oude dag’ te klaren ….