Een verrassing was het niet dat Postillion Hotels begin van dit jaar haar vergaderaccommodatie aan de Waldorpstraat in Den Haag uitbreidde met een plenaire zaal voor 1400 mensen. Want, zo licht CEO Erik-Jan Ginjaar toe: “Steeds is het onze ambitie geweest om in ‘The Big Four’ aanwezig te zijn.” Waarmee is gezegd dat Postillion nu ook in Den Haag als laatste van de vier grootste steden van Nederland vertegenwoordigd is.
De plek is niet zomaar gekozen. Pal naast station Hollands Spoor. Op geen ander station stoppen immers meer internationale treinen. Het congrescentrum is bedoeld voor groepen van 600 tot 1000 man. “Daar hebben we alles voor in huis.”
Is het een vak om zo’n grote groep te ontvangen?
Ginjaar: “Het is ons vak. Met de inhoud van een congres bemoeien we ons natuurlijk niet, maar we hebben inmiddels een schat aan ervaring om van ieder congres een succes te maken. Een aardig voorbeeld is dat we samenwerken met diëtisten die er in zijn gespecialiseerd om de gasten met een uitgebalanceerde voeding tot het einde van de dag helder van geest te houden. Waarbij de suikerspiegel een centrale rol blijkt te spelen.” Zo zijn koekjes bij de koffie taboe en worden er in plaats daarvan dadel vijgen bonbons of een cake vinaigrette geserveerd. Als blijkt dat er iets sterkers nodig is om fris te blijven, kan er worden gekozen voor een ‘brainbreak’, die bestaat uit bijvoorbeeld een HAKA workshop, de ceremoniële dans uit Nieuw Zeeland die de deelnemers voorziet van nieuwe energie. ‘
Rijksoverheid
Postillion is een vertrouwde naam in Nederland, zelfs voor sommigen een tikje nostalgisch. In de jaren vijftig van de vorige eeuw was Postillion (dat toen net iets anders werd geschreven) het allereerste hotel waar de automobilist langs de snelweg een kopje koffie kon drinken. Ginjaar: “We hadden toen gewoon onze eigen afritten. ‘Afrit Postiljon’ stond er dan.” Nadien ging de keten over in buitenlandse handen, tot in 2010 de huidige Nederlandse eigenaar de hotels kocht en onmiddellijk de congresmarkt tot haar voornaamste werkterrein verklaarde.
Waarom eigenlijk?
Ginjaar: ”Zo veel aanbod is er niet voor dergelijke grote groepen en daar komt bij dat Nederland over de hele wereld een uitstekende naam heeft als het gaat om wetenschappelijke beroepen, de medische wetenschap is daar een goed voorbeeld van. En die goede reputatie zorgt ervoor dat ons land een logische plek is om een vakcongres te houden.”
Veel congressen worden georganiseerd voor bedrijven en organisaties uit Engeland en Amerika. Maar nu Postillion eenmaal vaste voet aan de Haagse grond heeft, wordt er ook nadrukkelijk gekeken naar de Rijksoverheid. “Daar wordt nu eenmaal ook regelmatig vergaderd en daar willen wij zeker een rol in gaan spelen.”
Hotel
Hoe is het om na Corona weer mensen te ontvangen?
Ginjaar: “Het waren twee waardeloze jaren. Maar ik kan gelukkig wel zeggen dat we inmiddels weer net zo’n gezond bedrijf zijn als dat we voor de crisis waren.“ Bijzonder noemt hij het om te zien dat veel mensen na de lockdown bijna snakken naar het contact met elkaar. “Laten we eerlijk zijn, er is toch ook geen bal aan om urenlang naar zo’n schermpje te turen.” Wel denkt hij dat de één op één communicatie is veranderd. “Daar zijn we met ons allen een stuk flexibeler in geworden. Maar een grote groep mensen heeft een eigen dynamiek die niet inwisselbaar is.”
Eind volgend jaar zal de vergader- en congreslocatie in Den Haag worden uitgebreid met een hotel van 190 kamers. Ginjaar weet nog precies wat er door hem heen ging toen hij voor de allereerste keer de locatie bezocht waar toen nog een winkel van Bever Sport zat. “Het is een buurt die al een paar jaar aan het veranderen en het ontwikkelen is. Toen ik daar rond liep en in de winkel naar de hoge plafonds keek en me realiseerde waar ik mij in de stad bevond, werd ik gewoon verliefd op de op de plek. Het karakter en de bereikbaarheid deden het voor mij. Zo vaak kom je dat niet tegen.”
Hoe gaat het nu?
Ginjaar: “Onze vergaderaccommodatie is 1 april vorig jaar open gegaan en precies een jaar later zijn we begonnen met de congressen. Ik kan alleen maar zeggen dat het erg goed gaat. Inmiddels hebben we al een paar mooie congressen gehad.”
