Corona brengt allerlei restricties met zich mee. Gaandeweg zijn er ook versoepelingen doorgevoerd. Maar die maken het leven juridisch niet altijd eenvoudiger, omdat wetgeving ontbreekt. De advocatuur kan uitkijken naar een hoop nieuwe vragen. De roep om wetgeving om klinkt al even. Of en wanneer die komt, is nog vaag.
De pandemie had de wereld in zijn greep. Of is tegenwoordige tijd beter: Heeft de wereld in zijn greep. Restricties zijn deels opgeheven en geeft ruimte voor discussie. Maatschappijbreed en dus ook tussen werkgever en werknemer.
Want wat kan een werkgever van zijn personeel eisen? Een QR-code zoals gasten die naar het theater, restaurant, café of bioscoop willen? Nee. Vragen staat vrij. Maar niet antwoorden eveneens.
Een werknemer hoeft niet te vertellen of hij wel of niet is gevaccineerd. Regelmatig testen? Hoeft ook niet als je naar je werk gaat. Voer voor discussie tussen gasten en personeel of de eigenaar van een kroeg. Die gaat ongeveer zo: Waarom moet je als gast wel een QR-code tonen en ook nog een identiteitsbewijs dat de code van jou is en hoeft het bedienend personeel dat bij je aan tafel komt, niets te laten weten en ongevaccineerd in dezelfde ruimte rondlopen? Wat als je daarom als werkgever gevaccineerd personeel wilt?
Onverantwoord
Ook werkgevers in andere branches kampen met het probleem als zij het onverantwoord vinden als personeel ongevaccineerd op het werk komt. Een werkgever is volgens de Arbowet tenslotte verplicht voor een veilige en gezonde werkplek te zorgen. Maar een werknemer verplichten een vaccinatie te nemen, is onmogelijk. Weigeren mag altijd, ongeacht de reden. We hebben het recht van lichamelijke integriteit. En testen is ook geen verplichting, wie ziek is blijft sowieso thuis.
Een werkgever staat momenteel met lege handen, een wettelijke basis voor verplicht vaccineren ontbreekt. Ook is het de vraag of een werkgever kan eisen dat zijn werknemer naar kantoor komt. Iedere werkgever die er niet uitkomt met zijn personeel moet naar de rechter. Die bekijkt elk geval apart en weegt af hoe noodzakelijk een vaccinatie bijvoorbeeld is om coronabesmetting op de werkvloer tegen te gaan. Ook weegt hij de belangen van de werknemer. En de rechter weegt af of het doel ook op een andere manier kan worden bereikt.
De rijksoverheid doet op haar website wel aanbevelingen om tot oplossingen te komen. Of deze in de praktijk werken, is de vraag. Een ander werkrooster, een andere taak of thuiswerken bijvoorbeeld, werkt niet voor iedereen.
Doorbetalen
Ander probleem waar werkgevers tegenaan kunnen lopen, is als werknemers deels in het buitenland wonen en op het moment waarop de wereld op slot ging, niet meer konden terugkeren. Moet je dan als werkgever toch doorbetalen? Een advocaat zegt dat het bij vakanties helder is omschreven: de werkgever betaalt dan door. Maar voor werknemers die deels woonachtig zijn in het buitenland, is niets vastgelegd. Wie thuis kan werken heeft geen probleem, maar er zijn genoeg beroepen waarvoor fysieke aanwezigheid noodzakelijk is. Denk bijvoorbeeld aan verzorgenden, variërend van ziekenhuispersoneel tot thuiszorgmedewerkers, of artsen. Of personeel in technische beroepen, variërend van de loodgieter tot de dakwerker. Schoonmakers, schilders, wegenbouwer. Noem ze allemaal maar op.
Advocaten vinden het tijd voor meer helderheid en een politiek besluit over bijvoorbeeld vaccinatieplicht en doorbetalen als werknemers als gevolg van lockdowns in een buitenland moesten blijven.
Huurkorting
Niet alleen in het arbeidsrecht rijzen allerlei nieuwe vragen, maar ook in het vastgoedrecht doken nieuwe vragen op als gevolg van coronamaatregelen. Café- en restauranteigenaren hoeven niet de volledige huur te betalen over de lockdownperioden in de coronapandemie waarin zij hun deuren verplicht dicht moesten houden. Er bestond onduidelijkheid over, maar de procureur generaal van de Hoge Raad kwam eind september met het advies aan de Hoge Raad dat huurders van bedrijfsruimten die gedwongen moesten sluiten (zoals de horeca) recht hebben op huurkorting. Zij konden de coronapandemie niet voorzien toen zij hun contracten tekenden. Kantonrechters beslisten daar eerder verschillende over. Aan die warrigheid komt een einde.
Ook over de hoogte van de korting werd overal anders besloten. In het advies aan de Hoge Raad staat dat bij het bepalen van het nadeel de tegemoetkomingen vanuit de overheid, Tegemoetkoming Vaste Lasten, kunnen worden verrekend. Het uitgangspunt is dat het nadeel fift-fity tussen huurder en verhuurder wordt verdeeld, schrijft de Hoge Raad op haar website.
Bij het ter perse gaan van deze editie van Business Haaglanden was nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet. Doorgaans volgt de Hoge Raad volgt het advies van de procureur – generaal op